Hervormd Woudenberg

Hebreeuws

Het Hebreeuws is de taal van de Bijbel, de Thorah
Opvallend is dat wij in Nederland veel meer Hebreeuwse woorden kennen dan dat we zelf beseffen.
 

Een verhaal met Hebreeuwse woorden vanuit het Amsterdamse dialect.
Gistermiddag heb ik toch een mooi geintje bij de hand gehad. Ik ga d'r eentje pakken op de hoek. Zit Appie daar, hij kwam van z'n werk en zo'n ponem. Had de hele dag stenen lopen sjouwen. Afgepeigerd was die jongen. En Beppie was d'r ook. Dat wijfie van daar tegenover. Je kent d'r wel, twee van die kleine kotertjes het ze. Ze ziet er altijd wel een beetje sjofel uit. Maar een toffe meid hoor. Komt me daar, rechtstreeks uit een kroegje in Mokem, Karel binnen. En dat zal jij niet weten, maar die heb een aantal jaren geleden nog wat met Beppie gehad. Je kent dat soort wel. Echt zo'n lef gozer met een hoop kapsones en mooie smoesjes en drie koppen groter als mijn. Niet echt mijn gabber. Nou had hij al een mooie kegel van een jajem en zo dat hij binnen komt begint hij keihard tegen Beppie aan te praten. Die denkt louloene, ik geef geen sjoege. Hij steeds harder praten en echt jenne weet je wel. Op een gegeven moment wordt Appie d'r zo witheet van, hij loopt op Karel af en pakt hem met z'n grote jatten en mietert hem zo buiten de majem in. Mesjokke natuurlijk! En meteen een hoop mense daarbij, zelfs een smeris. En nou het Appie eens een paar weken bajes opgeknapt. Dus hij meteen pleite. En hij heb de mazzel gehad dat Karel hem kende en dat niemand hem heb verlinkt, want anders weet ik nog net niet wat er anders van gekomme was.

Hieronder een korte verklaring van de gebruikte woorden met Hebreeuwse achtergrond

geintje                        cheen = liefelijkheid; stamwoord is genade;  hier grapje

ponem                       letterlijk:  (aan)gezicht

afgepeigerd               (bijna) doodgaan

kotertjes                    (kleine) kinderen

sjofel                          beetje slordig, maar goed van aard  

toffe                           goed

mokem                       makoem;  plaats of stad

lef                               moed hebben; letterlijk: hart;  hier: te veel van het goede

kapsones                   overbodige drukte maken

smoesjes                   sjemoet: hier : uitvluchten zoeken

gabber                       gawwer:  kameraad

jajem                          jajin: wijn of sterke drank

louloene                    psalm 115:1 "Niet ons o HEERE! Niet ons,.; letterlijk "mijn zaak

                                   niet";

sjoege                        niet op de hoogte zijn; hier:  niet op reageren

jenne                          jen: hier pesterige grapjes maken    

majem                        water of regen

mesjokke                   gek of dwaas

smeris                        siemiroh = wachter of politieagent

bajes                          bajith =  huis (van bewaring, gevangenis)

pleite                          er van door, op de loop gaan

mazzel                       geluk hebben, buitenkansje  (mazzel tov) ik wens je goed 

                                  (veel) geluk)

De cursief gedrukte woorden geven het Hebreeuwse stamwoord weer.
Verder kennen we nog een aantal misschien wat minder bekenden woorden:

versjteren                  verpesten, verzieken of verknoeien

nasjen                        (lekker)eten of snoepen

sores                          tsarah) problemen, zorgen, misère

ramsj                          uitverkoop (ongeregelde handel)

gochem                     (chakam)slim, gewiekst

koefnoen                   gratis

schnorrer                  (sjnorren) bedelaar

moos                          (maót) geld,  muntjes

goj                              (goj) niet Jood  of het volk

kapoeres                   (kappora) reiniging, zoenoffer, onheil, dood

bolleboos                  (baál habet hobojes) de heer des huizes (hier uitblinker)   

 
 
Daarnaast ook een legende over het ontstaan van het Hebreeuwse Alef Beth
 
 Het Hebreeuwse alef-beth.  Een verhaal over het ontstaan:

 

Toen de wereld zou worden geschapen daalden de 22 letters van

het Hebreeuwse alfabet van Gods kroon waarin ze gegraveerd

stonden.

De tav, ת, vroeg: God, wilt u mij gebruiken om de wereld tot stand

te brengen; ik ben immers de letter van de thora, תורה, de wet

die u door de hand van Mozes aan uw volk zult geven.

Dat lijkt mij niet zo'n goed idee zei God, want tav , ת, jij bent ook het doodsteken dat op de voorhoofden van mensen zal komen te staan.

 

Toen trad de sin of sjin , ש, naar voren. O,Heer, schep de wereld door mij, Uw naam , sjaddaj, שדּי ,  Almachtige, begint immers met mij. Nee, zei God, want jij bent ook de letter van sjeger, שקר , leugen of bedrog.

 

Vervolgens diende de letter reesj , ר , zich aan. Maar ook de

reesj , ר , werd afgewezen.

 

Daarna deed de qof , ק,  een poging. Zíjn argument was; met mij

begint het woord qodesj, קדש , heiligheid,

Jammer genoeg voor hem bleek ook het woord, qelala, קללה, vIoek, met een qof te beginnen.

 

De tsadee, צ, voerde aan dat hij de letter was van tsaddiq, צדּיק,

rechtvaardige. God wees hem er echter op dat ook tsara , צרה ,

nood, met een tsadee , צ ,   opent.

 

Achtereen volgens traden daarop de pee, פ , de ayin , ע, de noen , נ , en de sameg , ס , naar voren, elk met een heel goed verhaal. Maar het bleek de Heer in geen enkel geval te kunnen overtuigen.

 

Toen trad de meem, מ , naar voren. O Koning van de wereld, schep de wereld door mij. Want mijn letter is die van meleg, מלך  ,

Koning; maar nee,  ook mehoema ,  מהומה,  ontzetting begint met een meem, מ, kreeg hij te horen.

 

De lamet, ל,  de kaf,  כ, en de jod, י, meenden ook hele goede argumenten te hebben. Ook die haalden het niet.

 

De teet, ט ,, en de cheet , ח , moesten dezelfde ervaring opdoen.

Ook aI betoogde de teet, ט  , dat met hem het. woord tov, ובט  goed, begon.

 

De zajin, ז, voerde aan dat hij de letter was van het woord

zagar, זכר, gedenken, de oorsprong van alle liturgie die de wereld

in stand zou houden. Maar nee, zei de Heer, zajin, ז, jouw

naam betekent  wapen. Ook de waaf, ו , en de hee, ה, haalden het niet .

 

Daarop trad de dalet, ד, vol goede moed naar voren.

Zou de wereld niet worden geschapen door het woord door davar,

 דבר , beginnend met een dalet? Nee ook dien, דין , rechtspraak

begint met jou, dalet, ד . En wanneer die zonder liefde zou blijven,

zou de wereld in elkaar  vallen. Na hem werd ook de qimel , ג , afgewezen.

 

Toen diende de beth , ב , zich aan. Die voerde als pleidooi, bêruch, ברוך, gezegend zijt Gij Heer! AIle schepselen zullen door

en met mij zeggen: Baruch, ברוך , gezegend zijt Gij ! En de Heer zei: Gezegend zijt gij die komt in de Naam van de Heer! En Hij schiep de wereld door de beet, ב, ! Zo is de eerste letter van de hebreeuwse bijbel dus de eerste letter van het boek Genesis een beet , ב !  Beresjiet , בראשית , in den beginne !

 

En de alef, א, dan? Die had zich uit bescheidenheid niet kandidaat

gesteld. De Heer zag dit, en hij beloonde de alef , א .

Hij gaf hem de eerste plaats in de dekaloog; de tien woorden

of tien geboden, IK BEN DE HEER, אוכי יהוה ,  anochie adonai!

466