Moldaviëreis 2019
Impressie Moldaviëreis
„God heeft jullie gestuurd”, brengt de vrouw met een betraand gezicht uit. Overstelpt van dankbaarheid accepteert ze het voedselpakket. Man- en zoonlief dragen krukjes naar buiten, want de familie staat erop dat alle gasten even kunnen zitten. Welkom in Moldavië.
Van 16 tot en met 21 mei bezoeken acht gemeenteleden het dagcentrum Kom & Zie in Orhei. Wie voor het eerst in Moldavië is, wordt geraakt door de slechte leefomstandigheden waarin een deel van de bevolking woont. Maar ook wie er al eerder was, wordt weer met de neus op de feiten gedrukt. Zeker kwetsbare mensen (lees: gehandicapten) hebben het zwaar in het armste land van Europa.
Indrukwekkend is de dag waarop we voedselpakketten uitdelen en zo een kijkje krijgen bij mensen achter de voordeur. Zo ontmoetten we een vader die voor zijn gehandicapte tweeling van 23 jaar zorgt. Zijn vrouw werkt in een hotel in Ierland om daarmee het gezin te kunnen onderhouden. Bij binnenkomst kruipen de twee op handen en voeten het tweepersoonsmatras op waarop ze het grootste deel van de dag doorbrengen. Aan de andere kant van de krappe kamer ligt een eenpersoonsmatras op de grond. Voor de vader. De geur in het huis is indringend. Mensonterend.
De twee 23-jarigen mogen nog dankbaar zijn dat hun vader overdag voor ze zorgt. Want veel andere gehandicapten worden aan hun lot overgelaten als vader en moeder moeten werken. Anderen worden gedropt in staatsinternaten, waar de opvang vaak kil en liefdeloos is. Gelukkig bezoeken we ook een internaat waar bestuurders en medewerkers wél hart voor hun cliënten hebben. In een gloedvol betoog vertelt de christelijke directrice wat er de afgelopen vier jaar in het internaat is veranderd en hoe zij anderen inspireert.
Zondag na de kerkdienst –waarin de commissie de gemeente Psalm 25 en Psalm 134 toezingt– gaan we naar een Nederlandse vrouw buiten Orhei. Zij woont al zo’n twintig jaar in Oost-Europa en vangt sinds een aantal jaren met haar man een zestal weeskinderen op. Dat is geen gemakkelijke taak. Het is bewonderenswaardig om te horen hoe het tweetal hieraan gestalte geeft en indrukwekkend als ze vertellen over hun Godsvertrouwen als moeilijke situaties op hun pad komen. Het balspel dat de kinderen met de volwassenen spelen, zullen ze niet snel vergeten. Het zal ook wel weer even duren voordat de kinderen opnieuw pizza zullen eten.
Een deel van de werkdagen brengen we door in het Kom & Zie-huis. We ontbijten met de kinderen –eten afwisselend rijstepap en griesmeelpap met ‘capsunes’ (aardbeien)–, gaan de lessen af die worden gegeven en doen mee met de activiteiten die stagiaires van scholen uit Orhei op het dagcentrum organiseren. Het is prachtig om te zien hoe het Kom & Zie-huis voor gehandicapte kinderen het verschil maakt!
De dagen in Moldavië vliegen. Voordat we het goed en wel doorhebben, is het weer tijd om naar Nederland te gaan. Met een hoofd vol indrukken stappen we op het vliegtuig.
Terug in Nederland proberen we al onze ervaringen een plekje te geven. Hoewel er positieve zaken te melden zijn uit de voormalige Sovjetstaat, zijn er ook ontwikkelingen die somber stemmen. Moldavië ís arm en blíjft arm. Het politieke klimaat is zodanig dat veelbelovende initiatieven in de kiem worden gesmoord en nooit tot bloei komen. Velen vinden het al heel wat als ze hun hachje kunnen redden. Een ding is ons wel duidelijk geworden: het Kom & Zie-dagcentrum kan voorlopig nog niet zonder hulp uit Nederland.