Hervormd Woudenberg

Nieuws uit Israël

De apartheid op de Westbank

 

Door Fred Maroun, een Canadese schrijver van Arabisch-Libanese afkomst. Vertaling en bewerking: Likoed Nederland, 8 november 2019.

 

Gebied A Westbank
In het Arabisch-Israëlische conflict is geen enkele kwestie controversiëler dan de Joodse nederzettingen in Judea en Samaria.

Zelfs de naam van de plaats is controversieel, omdat Jordanië erin geslaagd is het gebied een nieuwe naam te geven: "Westbank". Zo wordt het nu genoemd door de meeste mensen.

Die naamswijziging verdoezelt slim dat dit deel van het Midden-Oosten drieduizend jaar joodse geschiedenis heeft en dat het door de Arabische legers in hun oorlog tegen Israël in 1948 etnisch werd gezuiverd van Joden.

Israël wordt ervan beschuldigd een apartheidssysteem te hebben in Judea en Samaria, maar is daar echt apartheid?

Ik heb dat onderzocht. Mijn conclusie is: ja, er is duidelijk een vorm van apartheid in Judea en Samaria. Echter, die ligt anders dan wat de meeste mensen zouden verwachten.

Terwijl in Israël alle etnische groepen gelijke rechten hebben, is dat niet het geval in Judea en Samaria.

In Judea en Samaria is er één groep die consequent en uitgebreid gediscrimineerd wordt op basis van hun etniciteit, en die groep is het Joodse volk. Deze vorm van discriminatie wordt afgedwongen door de Palestijnse Autoriteit. Hij wordt gehandhaafd door de Israëlische regering op basis van de Oslo-akkoorden.

apartheid westbank

Bovenstaande tabel geeft de beperkingen weer die in Judea en Samaria van toepassing zijn, afhankelijk van het gebied. De gebieden A, B en C zijn bepaald in de Oslo-akkoorden.
De gebieden A en B staan onder Palestijns bestuur. Daar woont 96% van de Palestijnen in Judea en Samaria. Het verschil tussen gebied A en B is dat in gebied B de Palestijnse Autoriteit en Israël gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de veiligheidssituatie. Gebied C staat onder Israëlisch bestuur.

Een toelichting op de tabel:

  1. Israël garandeert geen bescherming voor Joden die naar gebied A gaan. Zij lopen daar een groot risico om door Palestijnen te worden aangevallen. Als de Palestijnse politie hen aantreft, draagt die hen over aan de Israëlische politie. Die kan hen dan aanklagen voor een strafbaar feit.
  2. Israëlische Joden mogen in gebied C wonen, maar alleen in die delen die daarvoor zijn aangewezen. Dat is slechts een klein deel van gebied C.
  3. Ook alleen in die delen mogen zij het land bebouwen. Echter, zij kunnen nooit eigenaar worden van het land. Terwijl Arabieren door grond te cultiveren na 10 jaar eigenaar daarvan kunnen worden.
  4. Bovenstaande beperkingen door de Palestijnse Autoriteit voor Israëlische Joden gelden niet voor Israëlische Arabieren.

Voor wie de Arabische wereld kent, is de apartheidssituatie in Judea en Samaria niet verrassend.
Die wordt breed gedragen door de Palestijnen. In een opiniepeiling vorig jaar gaf 63% aan dat in een toekomstige Palestijnse staat Joden geen gelijke rechten zouden mogen krijgen.

In Israël hebben Joden en Arabieren wel dezelfde rechten. Maar uit de Arabische wereld zijn alle Joden verjaagd en hebben daarom niets meer over, laat staan rechten.

De situatie in Judea en Samaria is het gevolg van de etnische zuivering door Arabieren van de daar wonende Joden in 1948. Vanaf 1967 volgde een bescheiden terugkeer. Dat belet de Arabieren daar niet om in voorspoed te leven.

De enige zware beperkingen die er zijn, bestaan voor Joden, niet voor Arabieren. Judea en Samaria weerspiegelen tegenwoordig veel meer de Arabische wereld, waar geen plaats is voor Joden.
En veel minder de Israëlische waarden van gelijke rechten voor iedereen.

 

366